TECHNIEKEN

Schilderen: Bij schilderen maakt een kunstenaar gebruik van penselen, een drager (bijvoorbeeld een doek of houten paneel) en verf.

Er zijn verschillende verfsoorten met elk hun eigen techniek. Verf is een combinatie van pigment met een vloeistof (schildersmedium/bindmiddel).

Olieverf: is een mengsel van pigment met een plantaardige drogende olie (meestal lijnolie). Je kan hier zowel dekkend als transparant mee werken. Het voordeel van olieverf is dat het langzaam droogt waardoor je er een aantal dagen in kunt werken. Je verdunt de verf met terpentine.

 

 

Aquarel: is een verf op waterbasis. Een kunstenaar gebruikt hiervoor dikker papier dat vaak 'gespannen' wordt op een houten paneel. Bij het schilderen met aquarel wordt veel water gebruikt.

 

Acryl: is een sneldrogende verf die bestaat uit pigment en een kunststof polymeerhars. Je verdund de verf met water. Met acryl werk je voornamelijk dekkend.

 

 

Fresco: is een techniek waarop er een laag verf op een natte laag kalk wordt aangebracht. Wanneer de kalk droogt trekt de verf erin waardoor de schildering lang houdbaar blijft. Bij de secco techniek wordt de verf op een droge kalklaag aangebracht.

 

Druktechnieken: Hierbij wordt door middel van een drukvorm een afbeelding overgebracht op een ondergrond. Er zijn verschillende soorten drukinkt en verschillende drukvormen.

 

 

Hoogdruk: voorbeelden hiervan zijn houtsnede en linosnede. Op hout/linoleum wordt de restvorm weggesneden. Wat over blijft kan worden afgedrukt met inkt. Met behulp van een roller wordt de inkt op de plaat aangebracht en vervolgens afgedrukt. Om al de inkt goed over te brengen wordt de hout/linoleum plaat inclusief het papier in een drukapparaat gelegd.

Houtsnede Linosnede

 

Diepdruk (voorbeelden hiervan zijn kopergravure en etsen)

Wat wel inkt krijgt, wordt gekrast met een scherpe naald en in de groef komt inkt. Door het afdrukken met behulp van een pers (druk is hoog), komt de inkt uit de groefjes op het papier.

Kopergravure

zelfportret van Rembrandt van Rijn

Ets

 

Arceren: met behulp van streepjes in verschillende richtingen over elkaar heen wordt donker/licht aangeduid.

Vlakdruk: (voorbeeld hiervan is litho)

Doordruk: (voorbeeld hiervan is zeefdruk, een techniek waarmee al onze kleding wordt bedrukt m.b.v. een soort zeef waar inkt doorheen wordt geperst waar dat nodig is.

Affiche

Poster met een boodschap, vaak met typografie ondersteund (letters).

Collage

 

Installatiekunst

 

Assemblage, voorwerpen bijeengebracht.

 

Hanteringswijze:

Stofuitdrukking: met verf een stof of materiaal tot uitdrukking brengen.

Textuur: hoe een oppervlakte van een kunstwerk aanvoelt.

Drager: de ondergrond: kan doek zijn, hout (paneel), of steen. --(of iets anders)

Craquele: het gescheurde effect van oude olieverf of glazuur op keramiek.

 

 

Tempera: oude schildertechniek waarbij verf gemaakt is met eigeel of eiwit.

Dekkend geschilderd: niet transparant. De drager is niet meer zichtbaar.

Transparant: niet dekkend, wel doorzichtig.

Toetsen: de 'klodders' verf zijn te zien, of de penseel/kwaststreek.

Sjablonen: uitgesneden vormen die herhaaldelijk gebruikt kunnen worden.

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb